De betekenis van het woord "rading"
Het woord rading in Hollandsche Rading betekent lijn, grens, grensafscheiding. Volgens de 12e druk van de Van Dale (1992) is rading hypercorrect voor raaiing. En raaiing is afgeleid van het werkwoord raaien, wat betekent lijnen uitzetten, peilingen doen in een rivier. Aan de oostkant van De Bilt ligt een weg die Biltse Rading heet. En wellicht wordt het woord nog in meer namen gebruikt.
In tegenwoordige drukken van Van Dale is het woord rading niet meer opgenomen. Ik heb de redactie van dit woordenboek om uitleg gevraagd. Ik kreeg als antwoord dat dit woord niet meer voldoet aan de opnamecriteria, omdat het uitsluitend nog voorkomt in eigennamen als Hollandsche Rading. Het woord zal nog wel in etymologische woordenboeken te vinden zijn.
Ik heb laten weten dat ik dit een zwak argument vind. Het woord wordt nog steeds vaak gebruikt, bijvoorbeeld door mensen die met de trein naar Hollandsche Rading gaan om er lekker te wandelen. Tijdens het wandelen vraag je je af waar dat rading vandaan komt. Thuis opzoeken in de dikke en dure Van Dale. Staat het niet in! En een etymologsich woordenboek moet je ook maar net in huis hebben.
Een volgende keer zal ik het hebben over de zwembadpas en de koolhaas, begrippen waar de redactie van de Van Dale ook heel aparte meningen over heeft.
dinsdag 22 mei 2012
vrijdag 18 mei 2012
Boze mannen in pak
Maatpak nodig maar geen tijd? Dan komen wij naar jou toe. Dat is het concept van Pakkend Zakelijk. Op mijn werk zag ik foldertjes liggen. Die pakken zien er prima uit; daar zou ik me best in kunnen vertonen op de Zuidas. Je krijgt er alleen zo'n boze kop van.
woensdag 16 mei 2012
Wat is er mis met de gloeilamp?
Tijdens verlichtingswerkzaamheden kwam ik een oud doosje met reservelampjes tegen, archeologische datering circa 1970. Splendor was een in Nijmegen gevestigde gloeilampenfabriek (1919-2000). Grootste aandeelhouder was Philips.
Wat is er mis met de gloeilamp?
Wat is er mis met de gloeilamp?
Zeeland Suite 1978
Op 12 januari 1978 bezocht ik een uitvoering van de Zeeland Suite van Leo Cuypers in 't Hoogt, Utrecht.
Piano: Leo Cuypers, drums: Martin van Duynhoven, bas: Arjen Gorter en Harry Miller, sax: Willem Breuker en Bob Driessen, trombone: Willem van Manen.
Piano: Leo Cuypers, drums: Martin van Duynhoven, bas: Arjen Gorter en Harry Miller, sax: Willem Breuker en Bob Driessen, trombone: Willem van Manen.
dinsdag 15 mei 2012
De telex
"Mag ik van u van de oude ambachten de telexist?"
Omstreeks 1978 heb ik zelf telexwerk gedaan. Journalisten die de klok hebben horen luiden hebben het weleens over "ratelende faxen". Maar faxapparaten ratelen niet, die zoemen een beetje. Telexapparaten konden wel stevig tekeer gaan. Inmiddels begint de fax ook een bezienswaardigheid te worden, in dit e-mailtijdperk.
Verreschrijver
Telex is de Engelse afkorting van Teleprinter Exchange. Het is een manier om op elektronische wijze schriftelijk te communiceren. Telex biedt de mogelijkheid om op een interactieve manier teksten af te drukken op een typemachine op afstand (teleprinter). Voor telex, ontstaan in de jaren 20, is een eigen netwerk van centrales en kabels nodig.
De telex is gebaseerd is op een door Baudot ontwikkelde digitale code (de term baud is naar hem vernoemd). Op deze code bestaan verschillende varianten, waarvan de Murray-code de bekendste is. De oorspronkelijke Baudot-code was geoptimaliseerd op het coderen met behulp van een toetsenbord: de meest gebruikte letters vergden de gemakkelijkste vingerbewegingen. De Murray-code is geoptimaliseerd naar de bandbreedte van een telexverbinding: de meest gebruikte letters veroorzaken de laagste belasting van de lijn.
De Baudot-code bestaat uit 5 bits en telt dus 32 verschillende combinaties. Om meer dan 32 tekens mogelijk te maken, werd de "shift"-functie gebruikt. Deze functie liet letterlijk de wagen van de verreschrijver oplichten, zodat ook andere leestekens en hoofdletters konden worden geschreven. Andere functies die we nog steeds in de computerwereld kennen zijn de "carriage return" en de "line feed". Deze commando's gaven het bevel aan de verreschrijver om de wagen terug te voeren naar het begin van het blad, respectievelijk om de papierrol naar boven te bewegen om een nieuwe regel te beginnen.
Opslaan van teksten op ponsband was ook mogelijk (zie links op de foto). Zo kon je een telex voorbereiden en eventueel corrigeren voordat die werd verzonden. Ook kon je binnenkomende telexen op ponsband vastleggen en daarna eventueel doorzenden.
Vanaf de jaren 80 kreeg de telex grote concurrentie van de telefax, die inmiddels ook al weer is achterhaald door de sterke opkomst van e-mail. Telex hield nog enige tijd stand tegen de fax, omdat hiermee verstuurde berichten rechtsgeldig waren, en met fax verstuurde berichten niet. Toen de rechter faxberichten erkende als rechtsgeldig werd de telex definitief overbodig.
In Nederland werd de telex in 1933 geïntroduceerd. In 2007 is de KPN na 74 jaar gestopt met het telexverkeer. Er waren nog ongeveer 200 gebruikers over.
De telex is nog niet overal ter wereld uitgestorven, vandaar dat bijvoorbeeld Fortis Bank (anno 2008*) nog steeds deze vorm van dienstverlening levert aan internationaal opererende bedrijven. Echte "teleprinters" (een soort grote typemachines) worden niet meer gebruikt. In plaats daarvan gebruikt men pc's met speciale software.
* Deze tekst is gebaseerd op een artikel dat ik in 2008 schreef voor een personeelsblad. In 2012 werd het systeem nog steeds gebruikt: ongeveer één telexopdracht per dag.
Zie ook mijn artikel over telegrafie.
Omstreeks 1978 heb ik zelf telexwerk gedaan. Journalisten die de klok hebben horen luiden hebben het weleens over "ratelende faxen". Maar faxapparaten ratelen niet, die zoemen een beetje. Telexapparaten konden wel stevig tekeer gaan. Inmiddels begint de fax ook een bezienswaardigheid te worden, in dit e-mailtijdperk.
Verreschrijver
Telex is de Engelse afkorting van Teleprinter Exchange. Het is een manier om op elektronische wijze schriftelijk te communiceren. Telex biedt de mogelijkheid om op een interactieve manier teksten af te drukken op een typemachine op afstand (teleprinter). Voor telex, ontstaan in de jaren 20, is een eigen netwerk van centrales en kabels nodig.
De telex is gebaseerd is op een door Baudot ontwikkelde digitale code (de term baud is naar hem vernoemd). Op deze code bestaan verschillende varianten, waarvan de Murray-code de bekendste is. De oorspronkelijke Baudot-code was geoptimaliseerd op het coderen met behulp van een toetsenbord: de meest gebruikte letters vergden de gemakkelijkste vingerbewegingen. De Murray-code is geoptimaliseerd naar de bandbreedte van een telexverbinding: de meest gebruikte letters veroorzaken de laagste belasting van de lijn.
De Baudot-code bestaat uit 5 bits en telt dus 32 verschillende combinaties. Om meer dan 32 tekens mogelijk te maken, werd de "shift"-functie gebruikt. Deze functie liet letterlijk de wagen van de verreschrijver oplichten, zodat ook andere leestekens en hoofdletters konden worden geschreven. Andere functies die we nog steeds in de computerwereld kennen zijn de "carriage return" en de "line feed". Deze commando's gaven het bevel aan de verreschrijver om de wagen terug te voeren naar het begin van het blad, respectievelijk om de papierrol naar boven te bewegen om een nieuwe regel te beginnen.
Opslaan van teksten op ponsband was ook mogelijk (zie links op de foto). Zo kon je een telex voorbereiden en eventueel corrigeren voordat die werd verzonden. Ook kon je binnenkomende telexen op ponsband vastleggen en daarna eventueel doorzenden.
Vanaf de jaren 80 kreeg de telex grote concurrentie van de telefax, die inmiddels ook al weer is achterhaald door de sterke opkomst van e-mail. Telex hield nog enige tijd stand tegen de fax, omdat hiermee verstuurde berichten rechtsgeldig waren, en met fax verstuurde berichten niet. Toen de rechter faxberichten erkende als rechtsgeldig werd de telex definitief overbodig.
In Nederland werd de telex in 1933 geïntroduceerd. In 2007 is de KPN na 74 jaar gestopt met het telexverkeer. Er waren nog ongeveer 200 gebruikers over.
De telex is nog niet overal ter wereld uitgestorven, vandaar dat bijvoorbeeld Fortis Bank (anno 2008*) nog steeds deze vorm van dienstverlening levert aan internationaal opererende bedrijven. Echte "teleprinters" (een soort grote typemachines) worden niet meer gebruikt. In plaats daarvan gebruikt men pc's met speciale software.
* Deze tekst is gebaseerd op een artikel dat ik in 2008 schreef voor een personeelsblad. In 2012 werd het systeem nog steeds gebruikt: ongeveer één telexopdracht per dag.
Zie ook mijn artikel over telegrafie.
vrijdag 11 mei 2012
Met Youp naar Parijs
Wie met een ruitjesbroek in de zaal gaat zitten bij Youp van ‘t Hek, weet dat
hij door de meester te grazen zal worden genomen. Om het over Lada-rijders en
Buckler-drinkers maar niet te hebben. Grijze burgermannetjes die op een suf
kantoor werken. Af en toe dromen ze daar over hun jeugd, toen ze nog idealen
hadden. In bed liggen ze naast de vrouw waar ze al een eeuw mee zijn getrouwd en
die inmiddels zo gepassioneerd is als een koelkast. Soms gaan ze uit eten. Dan
hebben ze elkaar urenlang niets te vertellen.
Als je zo’n leven leidt, dan kun je net zo goed dood zijn. Pak toch de trein naar Parijs! Zoek met je jonge vriendin een hotelletje bij de Champs-Elysées en bedrijf met haar dagenlang de liefde! Rode wijn! Leef! Geniet! En wat doet Youp zelf? Die gaat na zijn voorstelling in Breda vreemd met een uitgewoond tandartsteefje.
Als je zo’n leven leidt, dan kun je net zo goed dood zijn. Pak toch de trein naar Parijs! Zoek met je jonge vriendin een hotelletje bij de Champs-Elysées en bedrijf met haar dagenlang de liefde! Rode wijn! Leef! Geniet! En wat doet Youp zelf? Die gaat na zijn voorstelling in Breda vreemd met een uitgewoond tandartsteefje.
Komen & gaan. Een week scharrelen rond Gare du Nord.
maandag 7 mei 2012
Met hoed op achter het stuur
Waarom zou je in de auto je hoed ophouden? Dat vroeg ik me een halve eeuw geleden weleens af. Dat was in de tijd dat Nederlandse vrouwen nog met hoofddoekjes liepen en dat mannen bijna altijd een hoed droegen. Behalve arbeiders, die droegen altijd een pet of alpino.
Arbeiders konden toen nog geen auto betalen, alleen mannen met hoeden konden dat. En die hielden hun hoed dus op als ze achter het stuur zaten. Waarom ze dat deden begreep ik niet. Auto’s hadden toch niet voor niets een hoedenplank waar je je hoed op kon leggen? Voor je handschoenen had je trouwens een handig handschoenenkastje. Misschien had het iets met veiligheid te maken. Autogordels bestonden nog niet, net zo min als veiligheidsglas. Bij een botsing was je met je hoed toch een klein beetje beschermd.
De mannen met hoed op achter het stuur zijn allemaal uitgestorven. Dat dacht ik tenminste. Laatst werd ik gesneden door een auto die van links uit een zijstraat kwam. Hierna bleef de bestuurder langzaam voor mij uitsukkelen. Het was een oude man met een hoed, zo’n gleufhoed die mannen vroeger droegen.
Hoe oud hij was kon ik niet zien, maar ooit moet het een jonge man zijn geweest. Wat zou hij toen hebben gedacht als hij een auto voorbij zag gaan? “Later ga ik ook zo’n hoed kopen, en die hou ik dan gewoon op als ik achter het stuur zit.” Of misschien was het de hoed van zijn vader en dacht hij “ik ben nu zelf een oude man, laat ik die hoed gaan dragen.”
Eigenlijk had ik hem moeten volgen tot hij uitstapte, zodat ik het kon vragen. Maar daar stond mijn pet niet naar.
Arbeiders konden toen nog geen auto betalen, alleen mannen met hoeden konden dat. En die hielden hun hoed dus op als ze achter het stuur zaten. Waarom ze dat deden begreep ik niet. Auto’s hadden toch niet voor niets een hoedenplank waar je je hoed op kon leggen? Voor je handschoenen had je trouwens een handig handschoenenkastje. Misschien had het iets met veiligheid te maken. Autogordels bestonden nog niet, net zo min als veiligheidsglas. Bij een botsing was je met je hoed toch een klein beetje beschermd.
De mannen met hoed op achter het stuur zijn allemaal uitgestorven. Dat dacht ik tenminste. Laatst werd ik gesneden door een auto die van links uit een zijstraat kwam. Hierna bleef de bestuurder langzaam voor mij uitsukkelen. Het was een oude man met een hoed, zo’n gleufhoed die mannen vroeger droegen.
Hoe oud hij was kon ik niet zien, maar ooit moet het een jonge man zijn geweest. Wat zou hij toen hebben gedacht als hij een auto voorbij zag gaan? “Later ga ik ook zo’n hoed kopen, en die hou ik dan gewoon op als ik achter het stuur zit.” Of misschien was het de hoed van zijn vader en dacht hij “ik ben nu zelf een oude man, laat ik die hoed gaan dragen.”
Eigenlijk had ik hem moeten volgen tot hij uitstapte, zodat ik het kon vragen. Maar daar stond mijn pet niet naar.
mei 2012
donderdag 3 mei 2012
Het verdwenen perronkaartje
NRC Handelsblad, 1 mei 2012. In de rubriek Verdwenen bespreekt Rob Biersma
(bijna) verdwenen voorwerpen.
Dit keer het perronkaartje. Met als illustratie een perronkaartje voor station Hilversum uit 1967. Om precies te zijn: het perronkaartje dat ik op 11 juli 1967 in Hilversum kocht. Zonder bronvermelding, dat dan weer niet.
Meer treinkaartjes.
Dit keer het perronkaartje. Met als illustratie een perronkaartje voor station Hilversum uit 1967. Om precies te zijn: het perronkaartje dat ik op 11 juli 1967 in Hilversum kocht. Zonder bronvermelding, dat dan weer niet.
Meer treinkaartjes.
dinsdag 1 mei 2012
"Morgenrood" op 1 mei
Morgenrood is een lied van de socialistische arbeidersbeweging. Het werd aan
het begin van de twintigste eeuw gecomponeerd door Otto Willem de Nobel. De
tekst is van Dirk Jelles Troelstra, die enige pathos niet uit de weg ging.
Het
was in de tijd dat de sociaaldemocraten zich nog inspanden om de arbeidersklasse
te verheffen. De volkeren leven in duistere omstandigheden, maar er is hoop: de
zon gaat schijnen en dan komt alles goed.
Stem des Volks. Hilversum, 18 oktober 2009. Dirigent Paul Delcour. De vrouw rechts op de voorgrond is mijn moeder. Mijn vader heeft ook in dit koor gezongen; hij zou op deze dag 86 zijn geworden.
Beeld Nico Spilt. Geluid Paul Delcour, www.beeldengeluid.delcour.org
Abonneren op:
Posts (Atom)