Elke arbeider zijn eigen auto

Elke arbeider zijn eigen auto. Dat was ooit het motto van Joop den Uyl. Arbeiders kennen we niet meer, maar auto's des te meer. In Hilversum is dan ook terecht een verkeersplein genoemd naar deze PvdA-politicus. Het verkeer staat daar in de spits altijd muurvast.

Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw is de auto een grote concurrent van de trein en de tram geworden. Inmiddels begint de wal het schip te keren, of hoe noem je dat als je het over het wegverkeer hebt. Autorijden is leuk, ik doe het zelf ook graag, maar waar laat je die 1000 kilo ijzer als je eenmaal op je bestemming bent gekomen? Er zijn er gewoon te veel.

Verkehrsmuseum Nürnberg, 16 augustus 2005. Die Reichsautobahn, een verkeersspel uit de jaren 30 of 40 van de vorige eeuw.

Boze tongen beweren dat Adolf Hitler de uitvinder was van de Autobahn. Plannen om wat meer Lebensraum aan de opkomende automobiel te geven bestonden echter al langer. Wel klopt het dat de nazi's een groot belang zagen in het aanleggen van een snelwegnet, als strategische aanvulling op de spoorwegen.

De aanleg van snelwegen werd in handen gelegd van de Reichsbahn. Men is toen ook het woord Autobahn gaan gebruiken, naar analogie met Eisenbahn. Ook tijdens de oorlog werd er nog flink doorgebouwd, onder andere aan een snelweg van Duitsland naar Den Haag (de huidige A12).

Fahr'n fahr'n fahr'n auf der Autobahn