zondag 28 januari 2018

Uit het leven van een kameel

De Kameel in 1986 en 2013 


Utrecht CS, 26 september 1986. NS 20 “Kameel” tijdens een gezelschapsrit.
 

Utrecht Centraal, 24 mei 2013. NS 20 “Kameel” tijdens een conditierit.
 

Uit het leven van een kameel


Motorrijtuig NS 20 is tegelijk gebouwd met de Blauwe Engelen, dus in de eerste helft van de jaren vijftig. In feite is het een DE1, waarvan de machinisten­cabines naar het dak zijn verhuisd. Aan deze twee bulten dankt het zijn bijnaam “Kameel”.
 
Oorspronkelijk was de Kameel bedoeld als inspectierijtuig voor de directie. Tijdens zo’n inspectierit zag president Den Hollander iets wat hem niet beviel. Stoomloc 1794 was na het officiĆ«le einde van de stoomtractie op 7 januari 1958 nog enige tijd in gebruik als stoomleverancier in Arnhem. Voor onderhoud reed de loc op eigen kracht naar Nijmegen. Toen Den Hollander zag dat er nog een stoomloc reed op NS-rails, gaf hij prompt opdracht om deze loc te slopen! Vandaar dat er van deze grote en belangrijke stoomloc­serie niets bewaard is gebleven.
 
Latere directies hadden geen behoefte meer aan een inspectie­trein. Vanaf 1973 kon iedereen de Kameel huren als “VIP-car”. Althans iedereen die het kon betalen. In een folder uit die tijd lezen we dat je voor een retour Amsterdam-Keulen moest rekenen op 7500 gulden (zo’n 3400 euro). En daar kwam de catering dan nog bij. De Kameel was in deze periode gehuld in de gele huisstijl van NS.
 
In januari 1991 ging de Kameel uit dienst. In 2005 werd ze in de oorspronkelijke donkerblauwe kleur teruggebracht. Ze heeft toen een tijd in het Spoorweg­museum gestaan, maar dat is niet de eigenaar: de Kameel is eigendom van NS Holding. Sinds 2008 is ze ook weer rijvaardig, maar huren is er niet meer bij. Net als vroeger is de Kameel alleen beschikbaar voor bobo’s van de spoorwegen. Een rit naar Keulen zit er trouwens ook niet meer in: de Kameel heeft inmiddels wel ATB, maar geen Indusi.

Lees meer over de Kameel.

Dit artikel verscheen in januari 2018 in NVBS Actueel.